Er is een aantal primaire Phytophthora-bronnen die de epidemie op gang brengt. Eén daarvan is het poten van niet zichtbaar zieke knollen. Enkele zieke knollen per hectare kunnen, bij gunstige weersomstandigheden, al een enorme ziektedruk als gevolg hebben. Dit uit zich dan in stengelphytophthora.
Omdat het gaat om maar een paar planten per hectare, zijn deze moeilijk terug te vinden in een perceel. Ze zullen pas ontdekt worden wanneer de zieke planten reeds een haard veroorzaakt hebben. Het is dus heel belangrijk een inschatting te maken hoeveel mogelijk zieke knollen in het uitgangsmateriaal aanwezig zijn. Hier kan dan rekening mee gehouden worden bij de middelenkeuze van de eerste bespuitingen. In dat geval verdient het de voorkeur om middelen te spuiten die stengelaantasting goed bestrijden.
Onderzocht werd welk effect middelenkeuze en tijdstip van de bespuiting hadden op de vroege ontwikkeling van Phytophthora. In de proef werden de middelen zowel preventief als curatief ingezet.